ESSAYS
KUNST ALS PLEIDOOI VOOR TRAAGHEID
Hedwig Brouckaert resideert in Flacc
‘Laag na laag aanbrengen zoals in een collage, een soort idee van rottende humus door maximaal met de texturen te spelen en verschillende verhalen opeen te stapelen, dat houdt me nu bezig.’ Hedwig Brouckaert toont enthousiast haar recentste onafgewerkte stukken. Het is meteen duidelijk: haar kunst heeft iets intrigerend. Heerlijk om in te verdwalen als toeschouwer.
Reproducing/Complexity, de titel van de tentoonstelling die op 23 oktober in het museum Dhondt-Dhaenens in Deurle opent, is raak gekozen. De Duitse kunsthistoricus Peter Lodermeyer nodigt drie kunstenaars uit: de Duitse Jorinde Voigt, de Nederlandse Nelleke Beltjens en onze eigen Hedwig Brouckaert. Laatstgenoemde werkte haar luik voor de expo de afgelopen maanden verder uit tijdens een inspirerende residentie in Flacc. Ze had er onder andere de kans om goede groot formaat prints te maken, een essentieel element in haar creatieproces. ‘Een gewone print blijft vlak, maar door erop verder te tekenen creëer je een nieuwe diepte, vertelt Hedwig Brouckaert. Een arbeidsintensief proces, waarvoor Flacc graag zijn fasciliteiten en know-how aanbood. ‘Je hebt een team dat je ondersteunt en meedenkt. Je krijgt alle ruimte om te experimenteren. Kevin Reynaert van Flacc is iemand die ook zelf artistiek bezig is en zo kan je tal van ideeën uitwisselen.’
Weg van de wereld
Omdat Hedwig afwisselend in New York en Gent woont, verbleef ze verschillende periodes van een paar weken in Flacc. ‘Ik kon er onmogelijk voor een langere tijd zitten, waardoor het contact met collega-kunstenaars minder intensief was. Toch is het werken in aanwezigheid van andere artiesten sowieso stimulerend. De diversiteit aan artistieke expressievormen in Flacc werkt verrijkend en doet je met andere ogen naar je eigen werk kijken. Je zit ook ver weg van alles en dat helpt. Je kan volledig opgaan in je eigen wereld en je leert voor alles de tijd nemen. Het doet wel eens goed om alle drukte en afleiding van de stad te missen’, blikt Hedwig terug.
Nadat ze haar dossier indiende, sprong Flacc vrij snel mee op de kar. ‘Het partnership met het museum Dhondt-Dhaenens vormde een ideale basis voor de samenwerking. Flacc heeft ondertussen een stevige reputatie opgebouwd en daarom is het als kunstenaar niet zo evident om er binnen te geraken. De digitale studio, technische assistentie en creatieve omgeving waren voor mij onbetaalbare hulpmiddelen. Het verhaal is na deze residentie trouwens niet afgelopen, want ze hebben me gevraagd om een installatie te maken voor het Flacc zelf.’ Wordt vervolgd dus!
De charme van het mysterie
Een blik op de voorstudies zegt meer dan duizend woorden. Dit is kunst waar je op zijn zachtst gezegd tijd voor nodig hebt. ‘Het gaat om een andere benadering van tijd en ruimte’, verduidelijkt Hedwig. Als er één gemeenschappelijke noemer is binnen haar omvangrijke oeuvre, is het dat wel. ‘Mijn werken zijn heel traag opgebouwd en lijken abstract, hoewel ze steeds gebaseerd zijn op bestaande figuratieve beelden van de massamedia. De functionaliteit van de boodschap van bvb. reclamebeelden wordt teniet gedaan, daardoor wordt het universeler en ga je het banale overstijgen. Het vraagt veel meer tijd om het te maken, maar voor de toeschouwer is het ook veel minder makkelijk consumeerbaar. Die transformatie van een banaal beeld naar iets mysterieus is iets dat me uitermate boeit. De referentie naar onze concrete westerse wereld blijft ondanks het abstracte karakter wel essentieel. Ik zou nooit uit het niets iets abstract kunnen maken.’
Toeval speelt een enorm belangrijke rol in het proces. ‘Omdat ik met carbonpapier en fijne puntnaalden werk, zit je ook altijd met een tussenlaag wat een grote onvoorspelbaarheid creëert. Door accidentjes onderweg en andere toevalsfactoren weet je nooit waar je uitkomt. Natuurlijk heb je een begin- en eindpunt in gedachten, maar daartussen is een werk geregeld de speelbal van het toeval.’
Gezonde verslaving
In de printseries vertrekt Hedwig van beelden uit magazines die dan keer op keer worden bewerkt. ‘Dat kan van alles zijn: van lifestylemagazine tot simpele reclamefolder’, verduidelijkt ze. ‘In de bewerking kan je zo ver gaan als je wilt: je kan het basisbeeld volledig behouden en ook qua schikking en formaat dezelfde weg bewandelen of je kan een detail uitvergroten. Mijn vroegere werken waren veel toegankelijker en figuratiever. De laatste serie `Uprooted`is bvb. alleen gebaseerd op het haar van figuren uit tijdschriften. Je gaat op de duur alsmaar meer weglaten en minuscule elementen opblazen. Het werkt een beetje verslavend’, lacht Hedwig.
Naast meer abstractie, is er qua kleurgebruik ook een duidelijke evolutie. ‘Ik ben begonnen met meer kleuren, maar ontdekte al snel de kracht van soberheid. Door simpelweg één kleur toe te voegen, zoals rood of blauw, wordt je werk heel grafisch en vergroot de emotionele impact. Ik vind kleur belangrijk, maar ik probeer met één gerichte tint het werk een eigen karakter te geven. Bovendien kan een rake kleur ook weer die idee van diepte en gelaagdheid versterken.’ Haar schijnbaar simpele woorden onthullen stap voor stap een complex creatieproces, dat is al een kunst op zich!
‘Als ik werk laat ik alle gebruikte magazines op de grond liggen en dan kijk je steeds op een bonte kleurenweelde. Het is heel typisch voor die glossy modetijdschriften om kleur te gebruiken om hun waar te verkopen. .....Laag per laag neem je er dan afstand van door de foto’s te bewerken. Digitale prints zijn daarvoor een heel dankbaar medium, maar je kan je er als kunstenaar ook in verliezen. Je kan altijd een stap terug- of verdergaan. Op computer zijn de mogelijkheden onbeperkt. Aan de andere kant geef je het creatieve proces ook een beetje uit handen door die technische afhankelijkheid. Als je gewoon tekent op papier heb je dat natuurlijk minder. De combinatie van de twee processen, printen en tekenen, komt hieraan tegemoet en geeft die oneindige gelaagdheid die ik zoek in het werk.’
Ruimte in beweging
De artistieke wereld ontdekte Hedwig tijdens haar studies als beeldhouwer in Brussel. Daarna trok ze naar Californië en ging ze twee jaar aan de slag met sculpturale keramiek. Toen begon ze intensief te tekenen en eigenlijk is ze nooit meer gestopt. ‘Tekenen is een conceptuelere werkwijze. Je kan de stortvloed aan ideeën makkelijker kwijt. Door met keramiek te werken geraakte ik meer en meer geïnteresseerd in de oppervlakte. Daarop ging ik dan tekenen en schilderen. Later vloeide dat uit in het werken met prints. Grote installaties interesseren me ook nog altijd. Ik denk dat dit een overblijfsel is van het werken in 3D.’
De ruimte in beweging zetten, daar is het Hedwig om te doen. Haar werken ademen complexiteit uit. Al denkt niet iedereen daar zo over. ‘Gisteren was mijn neefje van vijf hier op bezoek en die zei: ‘Hedwig, jij tekent als een kindje!’ Buiten kindjes van vijf heb je ook wel andere mensen die zeggen dat het maar vluchtig gekrabbel is’, lacht Hedwig. ‘Maar hen overtuigen van het langdurige creatieproces interesseert me niet echt. Het gaat me meer om de boodschap erachter.’
Schuilt er dan toch een maatschappijkritisch aspect in haar werk? ‘Zeker en vast, maar niet op een politieke manier zoals een Barbara Kruger. Het gaat meer om de vaststelling: ‘Hier leef ik in en daar moet ik mee verder.’ Mensen laten nadenken, dat ze het systeem niet zomaar moeten aanvaarden. Het gaat om bewustzijn scheppen, niet om beleren. Ik wil niet zo zeer bepaalde stereotypes doorbreken, maar vooral de snelheid van de maatschappij even afremmen. Neem als voorbeeld het nieuws: dat gaat zo snel en moet in een mum van tijd geconsumeerd worden. Je krijgt amper de tijd om bij de zaken stil te staan.’
Ontworteld
Het monnikenwerk dat Hedwig aan haar tekeningen besteedt, heeft ze alvast gemeen met de twee andere collega-kunstenaars op de tentoonstelling in het museum Dhondt-Dhaenens. ‘Jorinde Voigt maakt heel abstracte tekeningen, maar vertrekt ook altijd van data of van concrete gegevens zoals de vlucht van een adelaar. Daarvan maakt ze heel complexe, bijna wetenschappelijk uitziende, tekeningen. Nelleke werkt op een heel andere manier: direct abstract en heel verfijnd. Het idee van afstand, van ver naar iets kijken en dan alsmaar dichter komen, dat geeft een enorm verschillend beeld. Die idee van gelaagdheid, van de verschillende manieren van kijken naar een kunstwerk, steekt er bij alle drie in. Zo kan mijn werk van ver vlak lijken. Hoe dichter je komt, hoe meer verschillende facetten je kan ontdekken. Dan wordt het interessant, want mensen zien 101 verschillende dingen in hetzelfde werk.’
De werken voor de expo vormen volgens Hedwig een mooie afspiegeling van het dynamische karakter van haar kunst. Onder de titel Uprooted exposeert ze drie tekeningen op groot formaat, daarnaast een grote installatie op de ruiten bij de ingang, en een aantal kleinere voorstudies hiervoor. ‘We willen een proces in beeld brengen. Zo krijg je pas zicht op de complexiteit en energie van het creëren. Het nodigt de toeschouwer uit om binnen te stappen in (mijn) onze wereld. Omdat we met drie exposeren, is het de kunst om tot een sterk verhaal te komen binnen de ruimte die je hebt. Tegelijkertijd moet je opletten dat het geen drie losse delen zijn.
De notie van continuïteit is meer dan ooit aanwezig. ‘Als ik in mijn print series aan de slag ga met een coverfoto van een bepaald magazine, ga ik er op de duur zoveel lagen opzetten dat er bijna niets meer van het origineel overschiet. Met de nadruk op ‘bijna’, want ik zorg er wel voor dat niet alle sporen uitgewist zijn. Die beslissingen hebben een enorme impact. Als je bvb. van een foto enkel het haar gaat gebruiken, heeft dit een heel ander psychologisch effect dan een volledig aangezicht of lichaam met armen en benen erbij. Door een foto of scan te nemen van de cover, die uit te printen en daarop te tekenen creëer ik een basislaag. Doordat het beeld nu digitaal is kan je het bewerken, bvb spelen met schaal, en negatief zetten. De eerste bewerking wordt ingescand, geprint en nog eens bewerkt met tekenen. In feite kan dit tot in het oneindige doorgaan. ‘Door het veelvuldig scannen treedt er op zijn beurt ook een soort ruis op die het werk mee gaat beïnvloeden.` De lijnvoering blijft wel steeds gecontroleerd, anders dan bij een Jackson Pollock waarmee mensen mij al eens vergelijken. Een geweldig compliment om met zo’n fantastisch kunstenaar vergeleken te worden, maar het werkproces en vertrekpunt zijn compleet verschillend.’
Ook licht speelt een enorme rol en daar moet je bij een tentoonstelling rekening mee houden. Zo is de raaminstallatie die bij de ingang van de expo is te zien een soort kantwerk dat wel licht doorlaat, maar niet helemaal transparant is. Zo ontstaat een gefragmenteerde werkelijkheid. Dat maakt er voor het publiek hopelijk een unieke kijkervaring van’, besluit Hedwig.
interview by Olivier Constant
2011
online interview
kunstinlimburg